
Het politieke landschap van Thailand is opnieuw omgeven door controverse, nu de Anti-Corruptiecommissie van het land een onderzoek start naar de geschorste premier Paetongtarn Shinawatra. Deze ontwikkeling vindt plaats tegen een achtergrond die ons allemaal bekend voorkomt in democratieën over de hele wereld: de gevaren van bestuur zonder rekening te houden met de bijna gelijke helft van de kiezers die de winnaar niet heeft gesteund. Het roept diepgaande vragen op over hoe democratieën polarisatie kunnen verminderen, vooral wanneer verkiezingsoverwinningen vaak gepaard gaan met krappe meerderheden.
Het onderzoek naar het gedrag van premier Paetongtarn is een klassiek voorbeeld van de uitdagingen waarmee nieuwe leiders worden geconfronteerd wanneer ze aan de macht komen met een smalle mandaat. Ondanks dat ze de verkiezingen heeft gewonnen, werden Paetongtarns onmiddellijke politieke uitdagingen verergerd doordat ze op een manier bestuurde die leek te bevoordelen wat haar aanhang betreft, ten koste van de oppositie. Deze aanpak ondermijnt niet alleen haar legitimiteit, maar vergroot ook de polarisatie die al een probleem is in de Thaise samenleving. Het niet erkennen en aanpakken van de behoeften van de 'verliezende' kiezers zet een gevaarlijk precedent, wat een bredere trend weerspiegelt die zichtbaar is in andere democratische landen.
De legitimiteit van een regering komt niet alleen voort uit haar electorale overwinning, maar ook uit haar vermogen om de belangen van alle burgers te vertegenwoordigen, niet alleen die van de meerderheid die ze rechtstreeks bedient. Dit lijkt een les te zijn die veel leiders vergeten zijn, die de macht claimen met een minimale marge, om vervolgens hun mandaat te gebruiken om beleid door te voeren dat alleen hun achterban ten goede komt. Dergelijke bestuursstrategieën, vaak ondersteund door populistische retoriek, riskeren de helft van de bevolking te vervreemden, waardoor zij zich buitengesloten en losgekoppeld voelen van het staatsapparaat dat hen zou moeten dienen. De huidige politieke crisis in Thailand herinnert ons eraan dat de ware kracht van een democratie ligt in haar vermogen om inclusief te besturen, in plaats van de verkiezingsoverwinningen smal te exploiteren.
De situatie in Thailand vertoont ook parallellen met de uitdagingen in de Verenigde Staten, waar politieke figuren zoals Donald Trump hebben geprofiteerd van smalle overwinningen om partijgebonden beleid door te voeren dat verdeelt in plaats van verenigt. De recente poging van Trump om de Republikeinen in de strijdgebieden [1] te overschaduwen, benadrukt dat dergelijke tactieken niet uniek zijn voor Thailand. De manipulatie van democratische processen om een subset van de bevolking te bevoordelen, is een tactiek die wereldwijd bekend is bij politieke operatives en bevordert omgevingen die rijp zijn voor corruptie en onvrede. In Florida, onder gouverneur DeSantis, zijn vergelijkbare bestuurspraktijken ontstaan, waarbij religieuze vrijheden selectief worden verdedigd, vaak ten koste van degenen buiten de bevoordeelde groepen [2].
Deze selectieve bescherming onderstreept de risico's die gepaard gaan met leiders die het belangrijker vinden om hun achterban te pleasen dan om brede steun en eenheid te bevorderen. Dergelijk bestuur ondermijnt niet alleen het vertrouwen in democratische instellingen, maar leidt ook tot een toenemende maatschappelijke breuk, zoals we in verschillende wereldcontexten zien. Bovendien heeft de invloed van het populisme, zowel in Thailand als elders, geleid tot een verontrustende trend waarbij gekozen functionarissen zich gesterkt voelen om onbeperkt te handelen, in de overtuiging dat hun smalle electorale overwinningen hen ongecontroleerde macht geven. Het lopende onderzoek naar Paetongtarn zou echter als een waarschuwingsverhaal moeten dienen voor leiders die overwegen hun mandaten te misbruiken.
Het benadrukt de rol van instellingen die zijn ontworpen om de macht ter verantwoording te roepen en suggereert dat zelfs in gepolariseerde samenlevingen er mechanismen bestaan om excessen te controleren en de balans te herstellen, mits ze effectief kunnen functioneren. Uiteindelijk ligt de weg vooruit voor democratieën zoals Thailand niet in het verdiepen van de verdeeldheid, maar in het overbruggen ervan. Leiders moeten erkennen dat de essentie van democratisch bestuur niet ligt in het verslaan van tegenstanders, maar in het vinden van manieren om samen te leven en samen te besturen. Dit vereist niet alleen beleidsconcessies, maar ook oprechte inspanningen om in contact te komen met en begrip te hebben voor de zorgen van alle burgers, vooral degenen die hen bij de stembus niet steunden.
Alleen door inclusieve governance kan de cyclus van polarisatie worden doorbroken, zodat democratie een middel voor eenheid wordt in plaats van verdeeldheid. Samenvattend, de politieke situatie in Thailand herinnert ons krachtig eraan dat de belofte van de democratie het meest wordt vervuld wanneer leiders verder kijken dan hun smalle verkiezingsoverwinningen. Het onderzoek naar Paetongtarn kan onmiddellijke politieke gevolgen hebben, maar de grotere betekenis ligt in het aantonen van de noodzaak voor democratische waakzaamheid en de noodzaak van inclusief bestuur. Terwijl de wereld naar Thailand kijkt, blijft de kernles duidelijk: in een gezonde democratie is overwinning bij de stembus geen eindpunt, maar een beginpunt voor dialoog, onderhandeling en eenheid.
Bronnen
- Trump Boxed Out Battleground Republicans (Politicalwire.com, 2025-07-11T00:32:51Z)
- Hoe Florida Amerika's belangrijkste verdediger van religieuze vrijheid werd onder DeSantis: rapport (Fox News, 2025-07-14T19:54:57Z)