Elke keer als politieke geweldsincidenten zich voordoen, is de eerste reactie verontwaardiging. De moord op een publieke figuur, ongeacht of je het eens bent met hun standpunten of niet, schokt omdat het een directe aanval is op het idee dat woorden en overtuiging de politieke levenswijze zouden moeten bepalen. Maar het echte gevaar beperkt zich zelden tot de daad zelf. Het grotere risico schuilt in wat daarop volgt: de golf van woede, het collectief beschuldigen van hele groepen, en de verleiding om een misdaad om te vormen tot een nieuwe strijdkreet voor de ene kant tegen de andere.
In onze huidige wereld van directe communicatie verspreidt woede zich sneller dan de waarheid. Een moord kan een meme worden voordat het een geverifieerd feit is. Motivaties worden gespeculeerd, vijandige kampen worden beschuldigd, en binnen enkele uren draait het incident niet meer om het slachtoffer of de schutter, maar om het verhaal dat elke kant wil vertellen. Dat is waar de spiraal begint. De cyclus van provocatie en vergelding—soms rhetorisch, soms fysiek—kan één gewelddadige daad omvormen tot de kiem voor vele anderen.
Als de mensheid iets heeft geleerd van haar duistere decennia, is het wel dat geweld gedijt wanneer het versterkt wordt. De taak voor een betere samenleving is niet alleen om de individu die de trekker overhaalde te vervolgen, maar ook om de verleiding te weerstaan om miljoenen anderen collectief schuldig te verklaren. Rouw moet losgekoppeld worden van politiek. Feiten moeten voor interpretatie komen. Leiders die normaal gesproken tegenover elkaar staan, moeten ten minste één gemeenschappelijke lijn vinden: geweld heeft geen plaats als politiek instrument.
Dit betekent niet dat het openbare leven zich moet terugtrekken in stilte of angst. Integendeel, het krachtigste antwoord op intimidatie is om de vrije meningsuiting levend te houden, met extra bescherming waar nodig, maar zonder het podium over te geven aan degenen die het willen afsluiten. Democratie, in haar gezondste vorm, is niet dramatisch maar routineus. Haar instellingen functioneren het beste wanneer ze saai, voorspelbaar en betrouwbaar zijn—wanneer ze hun integriteit behouden te midden van provocatie.
De vraag is nu niet of de mensheid conflicten kan vermijden; verdeeldheid en passies zijn onvermijdelijk. De vraag is of we het reproductiepercentage van geweld laag genoeg kunnen houden om een kettingreactie te voorkomen. Als woede zich sneller vermenigvuldigt dan kalmte, komen we dichter bij een ineenstorting. Als we schokken kunnen absorberen met terughoudendheid en rechtvaardigheid, is er nog hoop dat de mensheid deze moeilijke overgang zal maken zonder zichzelf te vernietigen.
Uiteindelijk is elke politieke moord een tragedie. Maar de slachtoffering van de samenleving zelf—de overtuiging dat hele naties of ideologieën schuldig zijn—zou de grotere nederlaag zijn. Wat het meest telt, is niet het geweld dat we ondergaan, maar de wijsheid waarmee we kiezen te reageren.