
Ezra, een doorgewinterde veteraan in de wereld van motorengineering met jaren aan vet onder zijn nagels, was een vaste waarde in de garage van Oude Man Fred. Zijn dagen bracht hij meestal door onder de motorkappen van auto's, zijn handen dansten over ingewikkelde verbrandingsarchitecturen. Elke motor die hij tegenkwam, was een wereld op zich, vol verhalen over menselijke vindingrijkheid en onze verovering van snelheid. Toch veranderden de vertrouwde landschappen langzaam.
In het begin was er af en toe een elektrische auto (EV) die de garage binnenreed, een eigenaardige aanvulling op de gebruikelijke rij van brandstofslurpende voertuigen. Maar naarmate de jaren verstreken, werd de elektrische golf steeds zichtbaarder. Het stille zoemen van elektrische motoren verving geleidelijk het traditionele gebrul van verbrandingsmotoren. Ezra merkte dat zijn ooit zo drukke handen vaker stil lagen, terwijl zijn stapel sleutels stof verzamelde.
Hij keek toe hoe milieubewuste klanten enthousiast de deugden van hun glanzende nieuwe Teslas of Nissan Leafs prezen, hun ogen vol belofte van een groenere toekomst. Maar voor hem ontbrak het aan een bepaalde ziel, een viscerale verbinding gesmeed in rook, vet en het gebrul van de motor. Omringd door glanzende elektrische machines voelde hij een vreemde disconnectie. Werken aan elektrische voertuigen, de bijna chirurgische precisie die vereist was, voelde ver verwijderd van de rommel en het vuil waar hij verliefd op was geworden.
Er was een kilheid aan, een steriele efficiëntie die vreemd onpersoonlijk aanvoelde. Herinneringen aan late avonden die hij doorbracht met het afstellen van een carburateur tot het perfect zoemde, of de voldoening van het eruit halen van meer vermogen uit een simpel blok metaal, boden een aangrijpende tegenhanger voor deze dappere nieuwe wereld. Dit waren ervaringen die niet simpelweg in servicemanuals waren geschreven, maar in zweet, doorzettingsvermogen en een eindeloze nieuwsgierigheid naar het vurige beest onder de motorkap. Een stille en efficiënte elektrische auto kon nauwelijks dezelfde mysteries bieden om te ontrafelen of uitdagingen om te overwinnen.
De Italiaanse natuurkundige Enrico Fermi merkte ooit op: 'Voordat ik hier kwam, was ik in de war over dit onderwerp. Na het luisteren naar uw lezing ben ik nog steeds in de war — maar op een hoger niveau.' Voor Ezra vatte dit perfect zijn reis door dit transformerende tijdperk samen. Hij begreep de vooruitgang en bewonderde de ingenieuze techniek die erbij kwam kijken, maar iets onverklaarbaars deed hem aarzelen en nostalgisch kijken naar het afnemende aantal verbrandingsmotoren. Op een avond, terwijl een andere stille horizon het einde van de dag aankondigde, staarde Ezra naar zijn gereedschapskist, die nu vol zat met onbekende bedrading schema's en batterijbeheersystemen.
Hij vroeg zich af wat zijn rol zou zijn in de opkomende toekomst, terwijl hij wegdroomde in herinneringen aan een verleden dat snel vervaagde. De tegenstelling tussen zijn gekoesterde mechanische wereld en het elektronische rijk voor hem was scherp en prachtig menselijk. Hij accepteerde met tegenzin dat het tijdperk van verbrandingsmotoren aan het vervagen was in de achteruitkijkspiegel. Maar zoals de geschiedenis ons vaak leert, brengt elk einde de geboorte van een nieuw begin met zich mee.
Misschien zou hij binnenkort toch zijn plek vinden in deze elektrische dageraad.